zondag 10 augustus 2008

De Bakkie genaamd Bennie (sorry Fam)

En toen kochten we een bakkie. Oftewel een pickup-truck, hoewel het geen truck is maar een gewone auto met een grote laadbak achterop. Hoe je het ook noemt, het is Zuid-Afrika’s favoriete automodel, en ook ik ben er een grote fan van. Ideaal toch, een comfortabele auto, maar dan één waar je rustig vier kuub zand achterin kan storten, of juist een hoop bagage, of kampeerspullen, of een boel brandhout , of wat dan ook. Het heet hier dan ook bij autodealers, net zoals je de vaktermen ‘sedan’, ‘stationwagon’ of een ‘hatchback’ hebt, een ‘utility’. En terecht. Want behalve een hoop teringzooi kun je er ook nog eens mensen in vervoeren, maximaal acht volgens de wet. Hoewel die mensen dan wel allemaal ongeveer bij elkaar op schoot zitten. Om een ‘utility’/bakkie in het extreme te trekken, je kan er zelfs een hoop vijverfolie in doen, de laadklep dan vullen met water, een koelbox vol biertjes en wat vrienden, en je hebt een rijdend zwembad. Een schijnbaar erg geliefd gebruik onder de studenten in Pretoria.

Maar goed, we gingen het over onze bakkie hebben. We overwogen een normale auto, of een bakkie. Het nadeel van de doorsnee bakkie is dat hij een ongeveer zo zwaar is als een tank, en dus ook een motor van hier tot ginder heeft. Das mooi en aardig, maar dan hebben we het dus ook over een bakbeest dat 1 op 6 rijdt... Vanuit milieu-overwegingen zagen we dat niet helemaal zitten. En ook vanwege de kosten niet natuurlijk. Ook al kost benzine hier momenteel 1 euro per liter, het wordt elke maand duurder vanwege stijgende olieprijzen, dus dat gaat op gegeven moment toch aantikken. Vooral als we ieder 200 euro per maand gaan verdienen... Dus het bakkie idee lieten we eigenlijk vrij snel varen. Totdat ik hoorde dat de nieuwe modellen ‘kleine’ bakkies ook erg zuinig zijn. Het hek was toen van de dam, en ik moest en zou een bakkie hebben...

En zodoende kochten we een Ford Bantam. Een ‘kleine’ bakkie. Hoewel de fotos voor zich spreken wilde ik ‘m toch even aan jullie beschrijven. Je hebt dus ‘Tank-bakkies’ en ‘kleine’ bakkies. De mietjes onder de bakkie zeg maar. Wederom spreken de foto’s voor zich...

Ja inderdaad, onze mooie bakkie lijkt een muis, ik weet het. And I don’t care. De dames onder jullie zullen zeggen dat hij ‘schattig’ is. And I care even less. Nou oké, een beetje dan. Maar toch, hij rijdt als een tierelier, zit heerlijk, snort al die bakbeesten van bakkies vrolijk voorbij bij het stoplicht (totdat we een heuvel oprijden...), en is vooral veel zuiniger. Eén op vijftien, dames en heren, en toch kan ik er 24 balen hooi op vervoeren. Toegegeven, hij heeft maar een klein motortje, een 1,3l, maar uiteindelijk hebben we toch niet meer nodig dan dat. Hij heeft ook niet van die joekels van wielen, en al helemaal geen 4-wheel drive, maar wanneer heb je dat nou nodig in Zuid-Afrika? Wij in elk geval niet voorlopig. Het interieur valt onder de noemer: ‘plain and simple’. En daarmee is dan ook alles gezegd. Een knop voor de airco, een knop voor de verwarming, een cd-speler en een aansteker, that’s it. Geen elektrische ramen, want die gaan toch alleen maar kapot en kosten dan 300 euro om te maken. Zelfs geen geen centrale deurvergrendeling, wat zelfs ik een beetje lafjes voor een nieuwe auto vond. Nieuwe? Ja, was ik dat vergeten te vertellen? Hij is inderdaad splinternieuw. Of ik gek ben geworden? Valt wel mee hoor, in elk geval niet veel gekker dan ik al was. Het zit zo. In Zuid-Afrika zijn auto’s sowieso belachelijk duur. Zoals ik al eens eerder geschreven heb, “een vierdehands Golfje kost hier minstens 1500 euro, en dat is ongeveer het minste wat je voor een auto betaalt. En dan heb je het dus over een auto waar de wielen onder vandaan roesten.” Ik herinner me de bakkie van Lajuma die we eens gehuurd hadden en waarmee we in een maand tijd acht keer naar een garage zijn gegaan. Deze had Lajuma toentertijd gekocht voor 4500 euro. De bakkie die we afgelopen najaar hadden gehuurd van een vriendin uit Lajuma ging ook om de haverklap kapot, en zij had daar ongeveer 8000 euro voor betaald. Een beetje een fatsoenlijke ‘kleine’ bakkie van 2006 kost tweedehands ongeveer 7000 euro. Dan heb je een niet al te oude, maar wel een zonder garantie of weet ik wat, en je hebt geen idee wat voor wegpiraat dat ding heeft afgeragd. Een nieuwe kost ‘slechts’ 2000 euro extra, maar dan heb je dus wel vier jaar garantie en de hele mikmak. Bovendien is de terugverkoopwaarde hartstikke hoog, ondanks dat het een splinternieuwe auto is. Dat is inderdaad de reden dat tweedehands bakkies zo duur zijn, en dat komt op zijn beurt weer omdat het Zuid-Afrika’s meest populaire automodel is. Extra voordeel van onze Ford Bantam is dat ie born & bred in South Africa is, en endemisch is voor zuidelijk Afrika. Onderdelen zijn dus altijd beschikbaar en makkelijk te krijgen en overal zitten Ford dealers en garages waar elke automonteur ’s het in en uit elkaar zetten van Bantams kan dromen. Gelukkig blijft het bij dromen, want echt vaak zal hij het niet hoeven doen, want net als Toyota heeft Ford in Zuid-Afrika een reputatie als zijnde één van de meest betrouwbare auto’s.

Zo, genoeg de verkoper nagepraat. Hoe rijdt het ding nou eigenlijk? Werkelijk heerlijk! We hebben een zogeheten ‘canopy’ op de laadbak laten zetten, welke we er zelf in een wip weer af kunnen halen als we er ooit een neushoorn op moeten vervoeren. Nu is dus de laadbak een veilig gesloten compartiment, en voor de mogelijke passagiers hebben we ‘m omgetoverd tot ‘lounge area’. We hebben twee kleine zitzakken gekocht en een koelbox , en voila, klaar is Kees. Tussen de cabine waar de bestuurder zit en de laadruimte is een schuifraampje, dus we kunnen rustig met de chillende passagiers kletsen, en hen vragen ons ook een biertje aan te geven uit de koelbox...

Mochten we aantrekkelijke passagiers van het vrouwelijke geslacht achterin hebben, dan hebben we er in een handomdaai een hoerenkeet van gemaakt. Of eigenlijk moet ik zeggen ‘voetomdraai’, want als ik rem gaat het derde remlicht branden, en deze zit nu dus IN de canopy...

Dinsdag 5 augustus begonnen we dus aan onze grote reis naar St. Lucia. Een wonderbaarlijke ervaring, want zoals altijd kan het ook nu weer eens niet een keer normaal gaan. Vrolijk rijden we, ik aan het stuur, onze bakkie naar het zuid-oosten van het land. Let wel, een bakkie zo nieuw, dat hij nog niet eens nummerplaten heeft. Deze waren namelijk nog niet af. We zijn net op weg, op een Afrikaanse weg wel te verstaan, waar men uiteraard met wegwerkzaamheden bezig is. Dit is vanzelfsprekend in Zuid-Afrika, dus ik kijk er niet eens meer van op. Een grote vrachtwagen komt ons tegemoet, volgeladen met puin en zand. Zestig meter voor ons valt daar ineens een stuk steen uit ter grootte van een babyvuist. En deze stuitert met 100 kilometer per uur op mijn motorkap en een milliseconde later tegen de voorruit... Bonk-PATS....... En zo kwam het dat mijn nieuwe auto, met slechts 186 kilometer op de teller, ineens een grote ster van met uitlopers van 30 cm in de voorruit had...

Murphy’s law + ik-en-auto’s = dit was te verwachten... Als een autodealer me niet naait, dan doet een te vol geladen vrachtwagen het wel. Toch, ik was allang blij dat de steen precies de rand van de voorruit raakte, want 50 cm meer naar het midden en hij was er waarschijnlijk dwars doorheen gevlogen, recht in Freya’s gezicht. Jammer alleen dat ik nu dus een fikse deuk en kras in de motorkap heb, een kapotte voorruit en een aanzienlijke beschadiging aan de lak rechts van de voorruit. Mijn verzekering zal lachen als ik binnen een dag nadat hij is ingegaan al een nieuwe voorruit en motorkap moet hebben, plus een reparatie aan de carrosserie. Nou ja, daar zijn ze verzekering voor toch?

Freya heeft ook haar vuurdoop gehad. Nog nooit heeft ze in Nederland op eigen houtje een auto gereden. Ze heeft immers pas haar rijbewijs, en heeft sindsdien in Nederland geen kans gehad om zelf te gaan rijden. Vandaar dus dat ze dus nu in Zuid-Afrika voor het eerst zelf ging rijden. En ik kon haar nergens beter voor de leeuwen gooien dan hier. Want even nadat mijn voorruit barstte was zij aan de beurt. En zo reed zij ineens aan de linkerkant van de weg, op een weg net zo breed als een provinciale weg in Nederland, maar waar men dan 120 km/h overheen mag scheuren. Een weg vol gaten erin, zonder lijnen of wat voor wegmarkering dan ook, zonder vangrail en zonder vluchtstrook. Een weg waarvan de berm 20 cm lager dan het asvalt, zodat je, als een grote vrachtwagen je tegemoet komt en je wat meer aan de kant moet dan normaal, alleen maar kan hopen dat je op de weg blijft. En tot slot op een weg waar het na zes uur aardedonker op is, zonder verlichting, zonder reflectortjes in de weg en nog steeds geen lijnen, en waar de koeien op gaan liggen omdat het daar lekker warm op is. Juist, op deze weg leerde Freya “African driving” , oftewel: Hoe haal je vrachtwagens in terwijl je in heuvelachtig terrein rijdt? Ook leerde ik haar de basic differences tussen de verkeersregels in Nederland en in Zuid-Afrika. Hier in Zuid-Afrika staan doorgetrokken stepen gewoon voor de sier op de weg, en daar mag je dus gerust inhalen. Piet, haar rij-instructeur, heeft haar goed gebrainwashed, want ik kreeg haar maar niet overtuigd... En als je een vrachtwagen op een heuvel wil inhalen, dan ga je er drie meter achter rijden terwijl je wacht totdat je een kans hebt om er voorbij te schieten. Freya niet, die bleef braaf 20 meter afstand houden terwijl ze keek of ze kon inhalen, waardoor wij heel de tijd ingehaald werden door auto’s die dan drie meter achter die vrachtwagen ging hangen. En Freya zodoende op 23 meter achter de in te halen vrachtwagen lieten rijden...

Maar ze heeft de vuurdoop prima doorstaan hoor. Ik was zelfs onder de indruk. Hoewel het niet zo was dat ik rustig achterover ging liggen om een dutje te gaan doen, deed ze het verder helemaal niet slecht. En zeg nou zelf, je kan toch ook niet verwachten dat iemand meteen foutloos rijdt als ze voor de eerste keer in Zuid-Afrika rijden? Laat staan als ze net hun rijbewijs hebben. Nee hoor, ik ben gewoon trots op mijn ‘bokkie’. Ook de komende tijd zal ik haar flink wat laten rijden om meer ervaring op te doen. Want uiteindelijk is dat de enige manier om goed auto te leren rijden.

Genoeg voor vandaag. Binnenkort meer over ons huisje!

Groetjes Geert

5 opmerkingen:

Kyra Hoevenaars zei

Hey!! Dat doe je beter als ik Freya, ik reed bijna een hostel in de eerste keer dat ik in Zuid-Afrika reed :P.

Françoise zei

Hallo Geert,
Ik ben Françoise van de Wiel en ik heb van Thea Meuwissen-van de Wiel je boek als cadeau gekregen,waarin jij een woordje voor mij geschreven hebt. Ik vind het fantastish, interessant, leerzaam, makkelijk en boeiend te lezen! Nu maak ik bij de hele familie reclame voor je. Knap dat jij en je vriendin doorgaan met vrijwilligerswerk, hou vol! Jullie zijn geweldige mensen, bedankt!
Françoise (van overleden Bert)

Jacob B zei

He Geert en Freya,
Leuk weer jullie avonturen te lezen. Veel plezier daar en niet te stoer doen met je bakkie, want het is inderdaad een mormel van een wagen ;)
Jacob en Willemien

Unknown zei

Yo! Kzal binnenkort eens de tijd nemen om de twee blogposts door te lezen!... jullie staan igg op m'n googlestart pagina ;-)

Greetz Truong

Unknown zei

haha goed dat je er foto's bij hebt gedaan - ik zie bij een bakkie altijd zo'n 10 a 15 jaar oude Toyota voor me met open bak, maar dat rijdt misschien vooral nog in Botswana enzo.

dit is wel ff wat anders!
haha maja is wel meer wat voor Afrikaners :P
en dan zo'n dakkie op je bakkie
luxe hoor!