zondag 28 september 2008

Cultuur en logica

Hallo allemaal,


Hier weer wat meer over onze avonturen in de weekends. Theo die als gids voor onze organisatie werkt doet ook eens in de zoveel tijd een culturele tour in zijn geboortedorp. Wij waren daar ook wel nieuwsgierig naar en gingen dus mee. De eerste stop was bij een art en craft marktje waar iedereen souveniers kon verzamelen. Daarna gingen we naar een Sangoma, oftewel een medicijnvrouw. We zaten met z’n allen in haar hutje en we mochten haar vragen stellen over haar werk of over je eigen toekomst. De antwoorden waren soms wel erg grappig. Zo was een van de vrijwilligers al 30 jaar gescheiden omdat haar man haar op een dag gewoon had achtergelaten met de kinderen. Toen zei de Sangoma dat ze een bepaald ritueel moest uitvoeren en 3 verschillende gekleurde kaarsen moest branden en dat het dan weer goed zou komen.... Die vrouw dus: hmm ik hoop niet dat dat mijn exman terug brengt want dat wil ik niet. Ok, zei de medicijnvrouw, dan is het gewoon om je ongeluk om te keren... Een andere vrijwilliger moest een feestje geven voor haar overleden familieleden en daarbij wat Smirnof op de grond schenken, want ze hielden wel van een borreltje....Geert en ik hadden niet zo’n behoefte aan een toekomstvoorspelling van haar. Ook ineens uit het niets begon ze een dans te doen en toen werd het enorm stoffig in de hut...

Daarna gingen we naar het huis van Theo’s moeder om daar te lunchen. Het was echt een klein huis, ze woont daar met 3 van haar kinderen en in de eetkamer paste net een kast en tafel met stoelen. Dus de helft van ons at in de woonkamer en de andere helft in de eetkamer.

Na de lunch gingen we een Nazareth kerk bezoeken. Deze kerk ziet er niet bepaald uit zoals je je in Nederland een kerk voorsteld. De kerk is namelijk een stuk gras met bomen omringd door een rechthoek van witte stenen. En dat is dan je kerk. En het grappige is ook, je mag die “kerk” dan alleen betreden met blote voeten. En ondanks dat je simpelweg over die rij stenen heen kunt stappen zijn er speciale ingangen waar je door naar binnen moet. Een voor vrouwen en een voor mannen. We woonden een van de missen bij wat wel heel speciaal was. De mannen en de vrouwen hadden allemaal witte lakens omgeslagen en de volwassen vrouwen droegen allemaal hoedden en de meisjes hielden de doek over hun hoofd. De mannen hadden een hoofdband van een soort vacht omgeknoopt. We zaten dus in 3 groepen: de volwassen vrouwen, de mannen en de kinderen. En deze 3 groepen zaten onder de bomen op rieten matten naar elkaar toe gericht. Om de beurt gingen ze gebeden opzeggen en liederen zingen, alhoewel een man wel duidelijk de mis leidde. Is wel weer eens wat anders zo’n mis in de open lucht.


In de kerk


Zie je de muur van de kerk?




Beach clean up

Omdat eens per jaar een internationale dag is om de kust op te ruimen en we wisten dat dat ook hier georganiseerd werd leek het ons een goed idee om ons op te geven voor de strand opruiming hier in St. Lucia. En als het mooi weer zou zijn, zou het nog best aangenaam zijn. Ja, als het mooi weer zou zijn geweest....... Helaas, wij stonden om 7:15 klaar onder een afdakje (want de regen stroomde naar beneden) te wachten op de coordinator van de coastal clean up (strandopruiming in engels ;)) die uiteindelijk pas om 8:00 ging zeggen waar we heen moesten. We kregen allemaal een veel te groot T-shirt van de coastal clean up en vervolgens werden we gekoppeld aan een groep schoolkinderen die samen met ons een bepaald stuk strand gingen opruimen. Wij moesten bijhouden op een papiertje wat we allemaal verzamelden en hoeveel (plastic zakjes, blikjes etc.). Wij gingen dus op weg naar het stuk strand wat we gingen doen. Wij reden achter de auto met schoolkinderen die allemaal dicht op elkaar stonden onder een parasol die ze vasthielden achter op de open achterkant van een bakkie.... Toen konden ze er nog allemaal om lachen, ondanks dat geen van de kinderen ook maar iets aan had wat op een regejas leek, laat staan warme kleren. Aangekomen op het strand had elk kind een vuilniszak omgetoverd tot regenjas en konden we aan de slag. Maar ondanks dat we wel T-shirts en vuilniszakken hadden gekregen was er van handschoenen geen sprake. Dus deelden wij onze zelf meegenomen handschoenen elk met een van de kinderen. De kinderen waren heel enthausiast en renden alle kanten op om zoveel mogelijk vuilnis te verzamelen. Ook zagen we nog twee walvissen vanaf het strand. Alleen na 1,5 uur waren ze zeiknat en was de lol er wel af. Toen nam Geert ons busje en bracht de schoolkinderen terug naar ons vertrekpunt (zodat ze het niet nog kouder zouden krijgen). Vervolgens bracht Geert ons naar huis en ging zelf nog even terug om ons af te melden en de kaarten terug te brengen. Toen was er natuurlijk weer voor een uur geen coordinator te bekennen en ondertussen stonden de schoolkinderen nog steeds onder het afdak te verkleumen. Uiteindelijk hebben die kinderen dus nog 2,5 uur moeten wachten voor ze als afsluting hotdogs kregen en weer terug naar huis konden. Achteraf waren het ook nog koude hotdogs, 3 dagen van te voren ingepakt.....Echt wel sneu. Wij hadden ondertussen al warm gedouched en een warme koffie op.


Klimtoestellen

Verder krijgen we hier natuurlijk onze typische Afrikaanse portie of gebrek aan logica. We geven les op twee verschillende creches. Een van de twee wordt gesponserd door de overheid en er zijn iig wat basis voorzieningen. De andere day care centre (waar veel wezen naartoe gaan) is afhankelijk van donaties van onder andere onze vrijwilligers en het enige speelgoed wat er is is het speelgoed wat wij elke dag meebrengen. Deze creche bestaat ook eigenlijk alleen uit een stuk grond met wat bomen en een kleine schuur waarin bij slecht weer meer dan 60-80 kinderen les moeten krijgen. Zoals je kunt begrijpen valt er op die regenachtige dagen weinig les te geven. Daarom heeft African Impact met behulp van donaties een nieuwe creche gebouwd. Deze is helaas nog niet af, er moet nog een dak op. Nu is er een nieuwe groep vrijwilligers die geld bijeen hebben gezameld om een mooi speeltoestel voor beide creches neer te zetten. Dit is natuurlijk fantastisch, alleen is het niet zo makkelijk als je zou denken. Want op de gesponserde creche waren ze hartstikke blij met het idee dat ze een nieuw speeltoestel kregen. Op de niet gesponserde creche daarentegen zei de vrouw die de creche runt dat ze geen klimtoestel wilt omdat ze het terrein rondom de nieuwe creche volgeplant heeft met aardappels! Dit is iets waar je met geen logica bij komt. Hoe kan iemand die een creche runt het terrein rondom volplanten met aardappels??? Waar zullen de kinderen spelen? Hoe dan ook, we zijn helaas wel van haar grillen afhankelijk, omdat zij de creche oorspronkelijk opgezet heeft en dus de ‘baas” is. Na lang overleg zijn we uiteindelijk tot een compromis gekomen. Nu mogen we wel een klimtoestel bij het oude gebouw plaatsen en als het nieuwe gebouw af is kunnen we het toestel verplaatsen. Een probleempje alleen: hoe ga je zo’n heel klimtoestel “effe” verplaatsen? Maar goed, we zijn dus al blij dat we iig een klimtoestel “mogen” plaatsen. Tot zover de Afrikaanse logica.


Veel groetjes,

Geert en Freya


Onze achterburen

zondag 21 september 2008

Maputaland Great Tuskers!

Vorig weekend naaiden we er weer eens tussenuit. We hebben een geweldige baan, vergis je niet, we’re loving it, maar zoals eerder gezegd is het gewoon heerlijk om even aan de vrijwilligersdrukte te ontsnappen. Dit weekend gingen we op zoek naar de Maputaland Great Tuskers! Alle olifanten in KwaZulu-Natal, de provincie waarin wij wonen zijn 100 jaar geleden uitgeroeid. Nu vind je ze echter weer in allerhande parken hier, waaronder Hluhluwe-Umfolozi, Zululand Rhino Conservancy, Phinda, Mkhuze, noem maar op. Deze zijn allemaal geherintroduceerd uit andere delen van Zuid-Afrika, voornamelijk uit Kruger. De enige overgebleven olifanten die hier oorspronkelijk voorkamen zitten nu allemaal in het Tembe elephant park, een 300 vierkante kilometer groot park. En het mooie aan deze olifanten is dat ze een iets ander ras zijn dan andere olifanten. Ze zijn allemaal net ietsje groter, en vooral de slagtanden zijn een stuk groter dan normaal. Wat zit ik eigenlijk ‘voorzichtig’ te lullen en wetenschappelijk correct te wezen? Ander ras of niet, deze olifanten zijn gewoon gigantisch! Enorm, huge, reuze! En dan hebben we het nog niet eens over de slagtanden gehad. Een mammoet zou er trots op zijn! Klein probleempje, deze olifanten hebben geen fijne geschiedenis. Hoewel ze ‘overleefd’ hebben op de grens van Zuid-Afrika en Mozambique, zijn ze ook daar hevig vervolgt, met name in de 30 jaar durende burgeroorlog in Mozambique. Veel van de olifanten in Tembe hebben nog littekens van schotwonden of andere verschrikkelijke stroperstechnieken. Je kunt het ze dan ook niet kwalijk nemen dat ze mensen niet zo leuk vinden. Over het algemeen worden Tembe’s olifanten dan ook als buitengewoon aggressief beschouwd.

Genoeg achtergrondinformatie. Het plan was dat Freya en ik, Sam de vrijwilligercoördinatrice, Theo onze locale Zulugids en Janet, één van de vrijwilligers dus naar Tembe zouden gaan. We zouden wel eens zien of deze olifanten echt zo groot zijn. Zaterdagmiddag vertrokken we, en we overnachten 25 kilometer buiten het park. Dit omdat er per dag maar tien auto’s het park in gelaten worden! Het park is gigantisch, maar toch, om de rust van de olifanten te waarborgen, om de kans op problemen met de olifanten te vermijden en om de bezoeker een gevoel van ‘wilderness’ te geven is deze maatregel in het leven geroepen. Ik had geen zin om zaterdagochtend om drie uur ’s nachts te vertrekken, om dan om 6:30 ’s ochtends aan te komen als auto numero 11, en dan weer naar huis te kunnen. Nee nee, we namen het zekere voor het onzekere, overnachten dus buiten het park, en stonden om 10 voor zes ’s ochtends voor het hek te wachten tot het park open ging. Bij de receptie kregen we een A4-tje met extra waarschuwingen betreffende de olifanten. Zoveel meter afstand behouden, kijk uit voor dit en dat gedrag, blabla, the usual stuff over hoe om te gaan met moeilijke olifanten. Als field guide was het weinig nieuws, hoewel ik toch even verbaasd was dat ze hier een speciale waarschuwing uitdeelden aan iedere bezoeker. Zouden ze er een goede reden voor hebben? Hoewel ik over het algemeen wel goed ben met olifanten (Ik schijt in m’n broek voor leeuwen, maar olifanten zijn wel oké. Zie Die bushranger sal regkom), besloot ik toch wat voorzichtig te zijn. Theo zat naast me, en aangezien hij ook een field guide is, dacht ik dat we samen toch wel die olifanten goed konden inschatten.

Tembe Elephant Park had verder nog een nadeel. Je mocht er alleen met een four-wheel drive in, omdat er alleen maar wegen van mul zand zijn. Gelukkig hadden we een four-wheel drive van de zaak geleend, maar dat zou wel betekenen dat ‘even snel wegrijden voor een boze olifant’ toch niet altijd makkelijk zou zijn. Bovendien was het park ontzettend dicht begroeid, met dus wegen van mul zand er doorheen lopend. Dikke kans dus dat we olifanten pas op het allerlaatste nippertje zouden zien. De waarschuwing op het A4-tje dat we minstens 30 meter afstand moesten houden leek dus in de praktijk niet eens mogelijk te zijn.

Goed, wij vertrokken dus enthousiast het park in. Het was geweldig! Prachtig, we kregen inderdaad echt een wildernis gevoel. Zandwegen, we kwamen geen enkele auto tegen, mooie omgeving, dicht begroeid bos afgewisseld met hier en daar een weidse vlakte vol antilopes. Op en top genieten. Maar geen olifant te bekennen. Totdat we een kronkelweggetje in een dicht begroeid bos in reden. Ik dacht nog, ik wil overal een olifant tegen komen, behalve hier, want je kon slechts enkele meters de bosjes in kijken. Na enkele minuten vonden we olifantsporen in het mulle zand. Ik stopte om ze eens goed te bekijken. En begon toen toch al een beetje te zweten, want ze waren toch wel groot... Ik vroeg aan Theo of hij ooit zo’n grote sporen had gezien, en hij schudde zijn hoofd. Dzju toch, zou het dan echt waar zijn? Zouden die olifanten hier echt zo groot zijn? Tegen de drie dames achterin zei ik dat ze goed op moesten letten. De sporen waren erg vers, dus het beest zou vlakbij moeten zijn. We gingen proberen ‘m in te halen, want uit de sporen maakten we op dat hij was ons vooruit was gelopen. We hadden er allemaal zin in! Spannend! Ik reed nog geen drie meter verder een bochtje om, en Freya zegt: “Daar!” En daar stond er één... Die telde voor twee... Alle goden, toen dat beest zich naar ons toe omdraaide keken Theo en ik elkaar aan: “Holy Fuck!” Ik mompelde: “Those tusks, Theo, look at those tusks, how thick they are! Have you ever seen such thick tusks?” Want hoewel de olifant ontzettend groot was, was het meest indrukwekkende wel de dikte van die slagtanden. Ze waren niet eens zo lang, maar voor hun lengte wel enorm dik. En dan dat voorhoofd. Huge...



Hector the Huge



Ter vergelijking: een normale olifantenstier uit Kruger...
Vergelijk de dikte van de slagtanden en de grootte van het voorhoofd.


En daar stonden wij, met een klein Jeepje, in het zand met links en rechts misschien 50 cm ruimte tussen onze auto en de bosjes. En Hector the Huge besloot om naar ons toe te lopen. Uit principe ga ik zelden tot nooit aan de kant voor een olifant, omdat ik weet dat ze het als een spelletje zien. Als je achteruit gaat, dan leer je ze in feite dat ze auto’s kunnen wegjagen, en gaan het steeds vaker doen. Als field guide is het dus regel dat je niet onder de indruk raakt van een bluffende olifant, en inderdaad, ze gaan dan ook vrijwel altijd om je heen als je gewoon blijft staan. They lose their nerve, zeggen we dan. Maar ja, op de één of andere manier had ik daar nu even geen zin in. Zou het komen doordat er niet eens ruimte was voor Hector om om ons heen te gaan? In elk geval hield ik mijn standvastige gebluf vol totdat hij op slechts drie meter van ons vandaan was. Theo en ik keken ondertussen steil omhoog naar een bijna vier meter hoge Hector die nog steeds op ons afliep alsof we niet eens bestonden. So I lost my nerve... startte snel de auto, riep naar achteren “Bukken! Ik kan de achterruit niet zien!”, en racete achteruit op een kronkelig zandweggetje... Theo hield ondertussen Hector in de gaten. Deze verdween gelukkig even later opzij de bosjes in, en begon daar verder te kauwen op een boel takken. Theo, als echt Zulu doodsbang voor olifanten, had ondertussen het A4-tje er nog maar even bij gepakt, en al lezend zat zwetend te zeggen dat we toch maar beter konden gaan, een andere olifant konden gaan zoeken. Ik was het roerend met hem eens, en snel sjeesden we langs de olifant die op twee meter van de weg aan het eten was. Zodra we hem voorbij waren kwam hij weer naar buiten en volgde ons. Maar omdat we nou tenminste vooruit konden rijden had ik een boel zelfvertrouwen herwonnen, en kon ik ‘m lekker dichtbij laten komen.


Kom maar jongen, nou mag het...


Later op de dag vonden we ook nog sporen van leeuwen en een zwarte neushoorn die we een tijdje volgden, maar die we helaas niet vonden. Wel vonden we een grote rock monitor in een boom. Ook een van de grootste die ik ooit heb gezien. Vervolgens een joekel van een kudu, met horens van minstens anderhalve meter, een monster van een waterbuck, ook met recordlengte horens. Zoals Theo opmerkte; “Everything is this park is huge!





En toen kwamen we bij een schuilhut aan. Deze was op palen gebouwd, en, ruim 4 meter hoog, torende boven de bomen en olifanten uit. Vijftig meter verderop was een waterhole waar de één na de andere Great Tusker kwam badderen of drinken. Wat een gezicht! Ongelofelijk gewoon! Eén van hen had werkelijk slagtanden als van een mammoet. Net zo lang als Freya! Zie foto’s... Daar hebben we nog een uur of drie genoten van het spectakel, voordat we weer naar huis gingen.








zondag 14 september 2008

Uitjes

Niet van het soort dat je op je frikandel special doet, maar van het type: ‘effe er tussenuit’. Dat hebben we allemaal nodig. Geloof me, vooral nu we meer dan 20 vrijwilligers in het huis hebben die continue vragen aan je stellen. “Waar ligt dit? Het brood is op! Hoe werkt dat? Waar moet ik heen? Wat is mijn taak vandaag? De melk is bevroren! Kun je me even uitleggen... Wat betekent dit? Kun je even komen kijken?” Goed bedoeld hoor, en ook onderdeel van ons werk. Maar toch, je oren gaan er soms van klapperen. Gelukkig heeft een lotgenoot jaren geleden al een grandioze uitvinding gedaan, om hier mee om te gaan. En deze goede man creeerde ‘het weekend’. Fantastisch, een afgesproken tijd waarop je vrij hebt, en niet met werk bezig hoeft te zijn. En je dus even kunt ontsnappen aan de vloedgolf van vragen. Hoewel diezelfde goede man tegenwoordig meer vragen dan ooit krijgt van alle kerkgangers op zondag... Voor hem heeft het dus niet bepaald geholpen.

Wat doet men normaal gesproken in het weekend? Eén van de veel terugkomende antwoorden is dus: ‘Effe er lekker tussenuit gaan.’ Even weg, van huis, van het werk. Ergens naartoe, waar het leuk of mooi is. Sommigen gaan dan een dagje naar de Veluwe, van de natuur genieten. Tenminste, dat is wat ik leuk zou vinden. Dus het is niet zo gek dat ik hier in Afrika een soortgelijk iets doe. Maar toch doen we hier dingen anders dan in Nederland. Stel je voor, dat je op vrijdagavond besluit: “Zullen we morgen even van Wageningen naar de Ardennen rijden voor een dagje wandelen en herten kijken? Dan staan we om 4:30 op, vertrekken om 5:00. Rijden een uur of twee of drie, vermaken ons, en tegen 14:00 vangen we de terugweg aan. Tegen 18:00 zijn we dan zeker thuis, op tijd voor het avond eten...” Voor Nederlandse begrippen klinkt dat absurd, maar hier is dat doodnormaal. Zodoende gingen Freya en ik een paar weekenden terug lekker een dagje uit. Op naar Mkhuze Game Reserve. Want in Mkhuze hebben ze een geweldig apparaat: Een zogeheten ‘hide’ of ‘schuilhut’. Een soort van hut van waaruit je beesten en vogels kunt kijken. Je zit op een houten bank, leunt met je ellebogen op een soort van vensterbank, en kijkt door een kier van 30 cm hoog naar dieren. De dieren hebben niks door, die denken dat daar een vierkante vorm staat, en merken niet dat er mensen in zitten. En zijn dus zodoende niet bang. Het gevolg is dat ze rustig dichtbij komen, zelfs op meters afstand, en al hun natuurlijke gedrag vertonen. Simpelweg omdat ze niks door hebben. Uiteraard, het is zaak erg stil te zijn in de schuilhut, maar zelfs het klikken van fotocamera’s en zacht fluisteren stoort ze helemaal niet. In Mkhuze hebben ze dus zo’n ding, gebouwd als een soort van schiereiland in een waterhole. Je zit dus net boven het water, op ooghoogte met de dieren, die dus op vier meter afstand aan de rand van de waterhole komen drinken. Geloof me, toffer dan het mooiste terrarium ter wereld. Want kijk je bij de laatste vanuit je huiskamer in een klein stukje natuur, in dit geval is het precies andersom. Jij verstopt je in een klein huiskamertje, in het midden van de natuur en het wild. Uren, dagen kan ik er doorbrengen, en ik verveel me niet. Want omdat het het einde van de droge tijd is hier, is deze waterhole dus een van de laatste plekken waar ze kunnen komen drinken. Het is dus een af en aan geloop van dieren. Freya en ik zaten er van acht uur ’s ochtends tot twee uur ’s middags, en hebben een geniale dag gehad! Een kleine greep aan bijzonderheden:


Inside the hide: mijn eerstvolgende kerstcadeau...



Uitzicht op de waterhole

Little sparrowhawk die kwam drinken

Schildpad
White rhino
White rhino met kalf
Black rhino

Vechtende zebra hengsten
Wrattenzwijn